Na een boeiende passage als coach in de Duitsland, keerde Olivier Foucart deze zomer terug naar de plek die hij zo goed kent: het Forum in Aalst. Als voormalige speler van Okapi weet hij wat de club betekent voor zijn vurige supporters en voor de stad. “Ik hoop dat we een ploeg kunnen bouwen die de passie van het Aalsterse publiek weerspiegelt: strijdlustig, verbonden en met veel beleving”, klinkt het overtuigd.
Je hebt twee jaar in Aalst gespeeld en nu word je coach van Okapi. Welk gevoel bezorgt je dat?
“Ik ben een geboren en getogen Gentenaar en dus kon ik dicht naar mijn roots terugkeren. Bovendien heb ik zelf twee seizoenen gespeeld bij Okapi wat een fijne ervaring was. Opnieuw het Forum binnenstappen, deze keer als headcoach, gaf me een bijzonder gevoel. Ik kijk er dan ook erg naar uit om aan dit nieuwe hoofdstuk te beginnen. Aalst is een mooie club en na de gesprekken met het bestuur was ik echt enthousiast. Ook voor mijn gezin is dit een pluspunt. We woonden vier jaar in het buitenland, een leerrijke periode voor ons allemaal, maar we moesten wel ons sociaal netwerk achterlaten. Dat hebben we nu helemaal terug.”
Je bent al een paar jaar weg uit Aalst. In hoeverre is de club veranderd?
“Toen ik er speelde, was Okapi een toonaangevende ploeg in België. We haalden zelfs de finale van de play-offs, dat zegt genoeg over het niveau toen. Sindsdien is er veel veranderd, zeker na corona. Vandaag zit Aalst qua budget eerder aan de onderkant van de competitie. Ik hoop dat er voor de rest niet te veel veranderd is. Wat me altijd is bijgebleven, is de fanatieke thuisaanhang. Kritisch, maar enorm betrokken en dat maakte de sfeer uniek. Het was altijd speciaal om in het Forum te spelen. Die intense ambiance zag je zelden in België. Ik had ook een goede klik met de supporters die voor veel energie zorgden. Na een aantal jaren weg te zijn geweest, kijk ik er echt naar uit om die vibe opnieuw te voelen.”
Aalst is financieel een stuk beperkter dan de rijke Duitse teams waarvoor je werkte.
“Ondanks de beperktere budgettaire middelen willen ze toch zo professioneel mogelijk werken. Bij de start van mijn samenwerking had ik meteen goede gesprekken daarover met het bestuur. Het viel me op dat ze binnen de mogelijkheden die ze hebben, met veel passie, positivisme en ambitie te werk gaan. Ik zag een club die ondanks beperkte middelen competitief wil zijn en dat op een heel correcte manier probeert te doen. Wat betreft de rekrutering van spelers gaan we proberen het maximale uit onze mogelijkheden te halen. Ik kijk met een positief gevoel naar de ploeg die we hebben samengesteld.”
Voor de rest van dit artikel verwijzen wij je naar Rebound Magazine nummer 24