Mijn Account

Rik Smits is niet vergeten bij de Pacers waar hij twaalf jaar speelde

Nog altijd geliefd in Indianapolis

Als de doorsnee Nederlandse sportliefhebber gevraagd zou worden naar de tien wereldwijd bekendste Nederlandse sporters, zou in vrijwel alle lijstjes vermoedelijk de naam van Rik Smits ontbreken. Ondanks twaalf jaar NBA bij de Indiana Pacers is zijn naam alleen bij de doorgewinterde basketbalfans bekend. In de VS is dat anders. Voor Legend Magazine, Official Magazine of The National Basketball Retired Players Association, reden genoeg om in het meest recente nummer de coverstory te wijden aan de inmiddels 57-jarige Smits. Voor Rebound om reden om dat verhaal aan te bieden aan de generaties die Rik Smits nooit hebben zien spelen.

Tekst: Alex Kennedy/Legends Magazine | Foto: Peter van der Velde

Toen Rik Smits opgroeide op in Nederland wist hij niets van basketbal. Als kind richtte hij zich op voetbal, rugby en judo. Hij maakte pas kennis met basketbal toen hij 14 jaar oud was en zijn moeder Margje lid werd van PSV/Almonte in Eindhoven. Een van de clubtrainers zag de lange tiener en vroeg of hij zich bij hun nieuwe jeugdteam wilde voegen.

“In die tijd was basketbal zó onbekend in Nederland dat het niet zo was dat mijn lengte automatisch gerelateerd was aan basketbal zoals hier”, vertelt Smits. “Het was niet zo van: ‘Hé, jij moet basketballen!’ Ik had geen idee van basketbal tot mijn moeder ging spelen. Al snel merkte ik dat mijn lengte goed kon gebruiken, iets dat voor mij nieuw was. Tot die tijd was mijn lengte een beetje een nadeel geweest in sommige van de sporten die ik deed. Het voelde goed om mijn lengte voor het eerst voor iets positiefs te kunnen gebruiken en ik heb het volgehouden.”

VERLEGEN
Voordat hij basketbal speelde, haatte de 2.24 meter lange Smits het dat hij langer was dan alle anderen. “Ik werd uitgelachen op straat. Er werd naar mij gewezen”, herinnert Smits zich. “Ik was een verlegen kind en ik wilde niet eens de stad in vanwege al het staren en lachen. Ik was echt onzeker.”

Maar op het moment dat hij als tiener in de Verenigde Staten aankwam, veranderde alles. “Ik was precies een dag in de Verenigde Staten toen iemand tegen me zei: ‘Wauw, man, ik wou dat ik zo lang was!’ Dat had ik nog nooit in mijn leven gehoord! Ineens kreeg mijn zelfvertrouwen een boost”, aldus Smits. “Dat heb ik in de loop der jaren op de universiteit verschillende keren gehoord. Ik vond het geweldig. Ik had geen minuut heimwee! Niet dat ik mijn familie niet miste, maar ik wist dat de Verenigde Staten mijn land waren, dat ik hier thuishoorde.”

De coaches van het Marist College boden Smits ongezien een studiebeurs aan op basis van zijn lengte en hij benutte elke kans optimaal. Als eerstejaars, slechts vier jaar nadat hij voor het eerst een basketbal oppakte, scoorde hij gemiddeld 11.2 punten, 5.6 rebounds en 2.6 blocks en schoot 56.7 procent van het veld. Hij kreeg al snel de bijnaam ‘The Dunking Dutchman’, een titel die bleef hangen.

HARD WERKEN
“Ik hield van de universiteit, ik heb er een geweldige tijd gehad”, zegt Smits. “Iedereen bij Marist was erg gastvrij en wilde me op alle mogelijke manieren helpen. Het was geweldig. Ik heb hard gewerkt op de universiteit. Ik had geweldige coaches. We hadden drie verschillende hoofdcoaches en een stel assistenten. Maar ze waren allemaal erg positief en bereid om met mij te werken. Ik wilde dat ze me nieuwe dingen leerden. Ik wilde informatie opsnuiven. Ik wilde beter worden. Ik was bereid om daaraan te werken. Voordat ik naar school ging zat ik om 6 uur al in de sportschool om sterker te worden. En het ging gewoon vooruit.”

Tijdens zijn tweede jaar leidde hij Marist naar het NCAA-toernooi, waar de Red Foxes het opnamen tegen Georgia Tech dat Marist versloeg dankzij sterk spel van ervaren spelers als Mark Price en John Salley. Smits maakte 22 punten (op 9 van de 14 schoten) en pakte vier rebounds.

“Price en Salley ging na dat seizoen naar de NBA. Ik deed het best goed tegen die jongens, dus ik had iets van: ‘Wauw, ik heb mijn mannetje gestaan. Als deze jongens het kunnen, is de NBA misschien ook een kans voor mij’. “Dat motiveerde me echt om nog harder te werken op de universiteit.”

In zijn laatste jaar scoorde Smits gemiddeld 24,7 punten tegen 62,3 procent, 8,7 rebounds en 3,9 blocks en was er veel belangstelling van NBA-teams. Toen hij meedeed aan de NBA Draft van 1988, wilde Smits het liefst geselecteerd worden door de Indiana Pacers, die als tweede mochten kiezen.